Reflectie op een reeks Alexander Techniek lessen

Alexander Techniek heeft mij veel goed gedaan. Ik had niet eerder kennisgenomen van AT toen iemand mij adviseerde een paar lessen te nemen bij Esther Visser. Ik had bij het cello spelen steeds meer last van pijn in de linkerpols bij het onderste duimgewricht, en de aanbeveling om aan te kloppen bij Esther was daarom heel verstandig, omdat zij zelf professioneel violiste is en ook veel AT-leerlingen heeft die musicus zijn.

Esther was in staat om mij snel duidelijk te maken dat AT niet zozeer ziet op een concrete en specifieke kwaal, maar op de context van het hele geestelijke en lichamelijke functioneren.
Om direct een misverstand uit de wereld te helpen: AT is geen therapie, het bestaat uit een serie lessen, waarin je zelf vaardigheden ontwikkelt en je jezelf op een andere manier leert aansturen. Esther leerde me hoe ik me ervan bewust kan worden dat ik voor bepaalde handelingen allerlei spieren gebruik die eigenlijk niet nodig zijn. Spieren die ingezet worden op een manier waarvoor ze niet bedoeld zijn, zullen na enige tijd gaan protesteren, dat geeft pijn, en na langdurig ‘misbruik’ kan dat grote gevolgen hebben.

Je begint pas werkelijk wat aan AT te hebben, als je de techniek gaat toepassen met het oog op het hele menselijk functioneren. Om dat voor elkaar te krijgen, leer je in de lessen bepaalde opdrachten die je jezelf kunt geven om over na te denken voordat en terwijl je een beweging maakt. Een eenvoudig voorbeeld is: veel mensen tillen hun schouders op bij allerlei handelingen, wat makkelijk een verkrampte basishouding veroorzaakt. De oorzaak zijn in dat geval niet de schouders zelf, maar een teveel aan spanning in het nek-hals gebied. Als je jezelf vriendelijk uitnodigt om het nek-hals gebied zacht te laten worden, zakken de schouders vanzelf en zul je de handeling op een veel gezondere en efficiëntere manier uitvoeren.

Ik weet niet veel van de theorie, maar ik begrijp de principes. De techniek is concreet en praktisch. Dat komt vooral door de aanpak van Esther, die regelmatig blijft herhalen wat voor opdrachten je jezelf kunt geven, en tijdens de activiteit op welke manier. AT werkt veelvuldig met metaforen, dat werkt goed samen met de fysieke oefeningen. Het is iets wat de mens eigen is, denkbeelden aanwenden voor concrete zaken. “Ik zie daartegenop als tegen een berg” is een uitdrukking die in staat is om een ander – of jezelf – er in een keer van te overtuigen dat je een onmogelijke opdracht hebt gekregen. Esther legt goed en suggestief uit hoe je met je hersenen jezelf optimaal kunt aansturen en daardoor bewegingen effectiever en succesvoller kunt uitvoeren. Musici weten als geen ander dat de hersenen regelmatig geoefende mentale aansturingen uit zichzelf als nieuwe gewoontes opslaan en deze later succesvol zullen aanwenden. Hersenen zijn in zekere zin uitgerust met een oneindige reeks mogelijkheden om het spierenstelsel te besturen.

Intussen speel ik weer met veel plezier cello en gebruik ik mijn duim (en de rest van mijzelf) op een andere manier. Ook buiten het cellospelen om pas ik het geleerde regelmatig toe tijdens dagelijkse handelingen, zoals bij het maken van een wandeling of als ik achter een computer zit. Op die manier ontdek ik steeds nieuwe dingen en kan ik het gebruik van mijzelf blijven verbeteren.

Hartelijk dank!

Joos Kat (71), Haarlem